De gemeente mag haar activiteiten niet onbeperkt met kort geld financieren. In de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) is hiervoor de kasgeldlimiet opgenomen, waarmee een maximum wordt gesteld aan de netto kortlopende schuld.
Kortlopende financiering kent een looptijd van minder dan 1 jaar. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld daggeld, kasgeldleningen en de kredietlimiet op de rekening courant.
De hoogte van de kasgeldlimiet berekenen we als percentage van het begrotingstotaal. Dit percentage stelde het Rijk vast op 8,5%. We mogen de kasgeldlimiet gedurende maximaal drie aaneengesloten kwartalen overschrijden.
De kasgeldlimiet voor 2020 bedroeg € 8.454.000. In 2020 overschreden we de kasgeldlimiet alleen in de eerste 2 kwartalen. De gemeente voldeed hiermee aan de regels van het Rijk.
Bedragen * € 1.000,- | ||||
---|---|---|---|---|
Kasgeldlimiet 2020 | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
1. Kasgeldlimiet | 8.454 | 8.454 | 8.454 | 8.454 |
2. Gemiddeld kort lopende schuld | -11.449 | -13.522 | -77 | |
3. Gemiddeld kort lopende middelen | 4.468 | |||
4. Overschrijding (-) van kasgeldlimiet | -2.995 | -5.068 | ||
5. Ruimte (+) van kasgeldlimiet | 12.921 | 8.377 |